Soep is een van de meest veelzijdige gerechten die je kunt maken. Of je nu een snelle lunch wilt bereiden of een voedzame maaltijd op tafel zet, met een paar eenvoudige ingrediënten kun je al veel bereiken. Maar wat is nu het geheim achter een echt goede soep? In dit artikel lees je de basisregels voor het maken van een smakelijke, gebalanceerde en zelfgemaakte soep.
8 basisregels voor het maken van soep
Regel 1: begin met een goede basis: de bouillon
De bouillon is het fundament van elke soep. Die kan groente-, kip-, rund- of visbouillon zijn, afhankelijk van het soort soep dat je wilt maken. Je kunt kant-en-klare bouillon gebruiken (blokjes, poeder of vloeibaar), maar zelfgemaakte bouillon heeft vaak meer diepgang in smaak.
Tips:
- Zelf bouillon trekken? Laat groente- of vleesresten een paar uur sudderen met kruiden, ui, wortel en selderij.
- Gebruik weinig zout in de basis, je kunt later altijd nog op smaak brengen.
Regel 2: gebruik verse ingrediënten
Soep is een perfecte manier om groenten op te maken of restjes te verwerken. Toch geldt: hoe verser de ingrediënten, hoe beter de smaak.
Voorbeelden van veelgebruikte soepgroenten:
- Ui, knoflook, prei, wortel, selderij (voor de basissmaak)
- Tomaten, courgette, pompoen, broccoli, paprika
- Peulvruchten zoals linzen of bonen voor extra vulling
Regel 3: fruit je groenten voor meer smaak
Voordat je de bouillon toevoegt, fruit je ui, knoflook en andere groenten eerst in wat olie of boter. Dit zorgt voor een diepe, volle smaak. Dit heet “aanzetten” en vormt de smaakbasis van je soep.
Regel 4: laat de soep rustig pruttelen
Een goede soep heeft tijd nodig. Laat je soep zachtjes koken, zodat smaken kunnen ontwikkelen. Koken op hoog vuur maakt de soep troebel en kan ingrediënten kapot koken.
Richtlijn:
- Heldere soepen: 30–45 minuten sudderen
- Gebonden of romige soepen: 20–30 minuten, daarna pureren
Regel 5: breng op smaak met kruiden, maar met mate
Kruiden en specerijen geven soep karakter, maar overdrijf niet: je wilt de smaken in balans houden.
Veelgebruikte kruiden:
- Tijm, laurier, peterselie, rozemarijn, dille
- Kerrie, komijn, paprikapoeder (voor oosterse of pittige soepen)
- Verse kruiden voeg je pas op het einde toe, zodat ze hun frisheid behouden
Regel 6: bind indien nodig je soep
Sommige soepen zijn gebonden, dat wil zeggen: wat dikker van structuur. Je kunt soep op verschillende manieren binden:
- Pureren met een staafmixer (bijvoorbeeld bij pompoensoep)
- Aardappels of linzen mee laten koken (geven vanzelf binding)
- Bloem of maïzena (verdunnen in koud water en al roerend toevoegen)
- Room of kokosmelk voor een romige textuur
Regel 7: proef, proef en proef nog eens
Een van de belangrijkste regels in de keuken: blijf proeven. Misschien moet je nog wat zout, peper, zuur (citroen of azijn) of iets zoets (honing of wortel) toevoegen om het gerecht in balans te brengen.
Regel 8: serveer met iets extra’s
Soep is heerlijk op zichzelf, maar kan nóg lekkerder worden met een topping of bijgerecht:
- Croutons, verse kruiden, geraspte kaas, scheutje room
- Stokbrood, geroosterde noten, een gekookt eitje
- Pittige olie, pesto of chilivlokken
Nog meer tips voor het maken van soep
Voeg snelle ingrediënten pas op het eind toe
Bijvoorbeeld.:
- Spinazie, doperwten, courgette: kort meekoken (2–5 min)
- Verse kruiden: vlak voor het serveren toevoegen
Maak extra en vries het in
- Soep is ideaal om in porties in te vriezen.
- Laat de soep volledig afkoelen voor je ‘m in de vriezer doet.
- Gebruik bakjes of zakjes met datum erop.
Gepureerde champignons maken soep bijna net zo romig als slagroom
En is veel gezonder.

